zaterdag 19 februari 2011

Petrefact

't VerleiDing‘Hhuhm’. Met een diepe zucht strijkt ze in gedachten haar krullen uit haar gezicht. Verlangend richt zij haar blik op de in nevelen gehulde burcht voor haar. Ze kent het goed. Nog niet zo lang geleden zwierf zij door de gangen en beklom zij de wenteltrappen naar het adembenemende uitzicht. Ze denkt aan hem en voelt een traan van onderdrukt verlangen langs haar neus druppen.

Terwijl het om haar heen langzaam donker wordt, de vogels naar hun nestjes vertrekken en de kikkers in de gracht een laatste kwaak laten horen, mijmert zij verder. In gedachten warmt zij zich aan het liefdesvuurtje in haar hart. Zelfs in deze kilte laait het op. Wanneer zij hem ontwaart voelt zij zich verloren. Haar stem wil hem roepen, haar armen willen hem omhelzen, maar haar voeten weigeren.

Haar mateloos bewonderen en oneindig liefhebben hebben haar hier gebracht. Hier, aan de rand van de kasteeltuin waar overdag madeliefjes aan haar tenen kriebelen en vergeet-mij-nietjes in haar krullen kruipen. En ze weet, hij wacht. Geduldig. Eerdaags mag zij haar vleugels weer uitslaan. Ze weet precies wanneer. Zodra haar lieve vriendin Luna haar voeten voor de veertiende maal met goudgele stralen bestrooit.

Vannacht is het zover. Ongeduldig speurt zij de sterrenhemel af. Luna lacht en schuift langzaam voor een grijzende avondwolk. Twee ogen kijken hoopvol terug en twee voeten voelen de maanmagie tintelen. Voorzichtig krult zij haar tenen, schudt de verstening uit haar lijfje en vouwt haar vleugeltjes uit.

Voorzichtig nu. Stapje voor stapje zet zij haar voeten onwennig op het betoverende pad van de hervonden liefde. De zware poort kraakt. Nu vliegt zij hem in de armen. Zijn omhelzing sluit haar in welkome veiligheid. Ze is niet langer het versteende VerleiDing. Ze is thuis, bij hem. ‘Hhuhm’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten